Weer terug

Twee jaar geleden schreef ik mijn laatste bericht.

Foei!

Gelukkig is Henny wél doorgegaan met posten.

Na een lange periode van digitale activiteit (podcasts, tablet-projecten bij twee zangkoren en het helpen met de inrichting van een Google werkomgeving voor twee organisaties) probeer ik nu weer meer tijd te besteden aan de natuur.

En natuurlijk om die ook vast te leggen en de resultaten daarvan met anderen te delen.

Niet meer op Facebook: ik heb mijn account daar opgezegd. Ik zit nog wel op Instagram. Daar zet ik zo nu en dan ook iets op.

Ook deze keer gaat het over de herfst (daar waar ik twee jaar geleden stopte).

We hebben gisteren een wandeling gemaakt in de bossen van Gees (Dr.).
We hebben daar veel paddenstoelen gezien en gefotografeerd.

En toen we op een bankje een boterhammetje zaten te eten, werden we door vier(!) zeearenden getracteerd op een vliegshow. Dat was natuurlijk enorm genieten!

De ganzen vonden de show minder geslaagd: die gingen massaal op de vleugels om te protesteren.


Vliegenzwam
Deze vliegenzwam is nog in wording. Tegen de tijd dat de blog online staat, is hij waarschijnlijk uitgegroeid tot de paddenstoel die we allemaal kennen.  



In de zon viel deze boomstam op door zijn oranjerode gloed.
Ik dacht eerst dat het een soort korstmos was.
Van dichtbij bekeken, bleek het spul een driedimensionale structuur te hebben.
Oftewel: het was een mos of een schimmel.



Erg duidelijk is het niet doordat het heel kleine structuurtjes zijn.
Afbeelding.nl denkt dat het hier om een Trentepohlia-soort (30-blad) gaat, een schimmel dus.
In dit geval met heel kleine paddentoeltjes.


Dit exemplaar, niet veel groter dan een eikel, is niet om op te eten:
het is de braakrussula.

Op een stuk hout dat er al lang ligt,
groeien mossen, korstmossen en schimmels.
Zo komen de stoffen waarvan het hout gemaakt is weer terug in het milieu. 


Het is de helmmycena waarvan de sierlijke paddenstoeltjes nét boven de mossen uitsteken.

Van een heel andere orde zijn deze echte tonderzwammen.






Ze groeien van boven naar beneden.
De onderkant bevat de sporen.
Ieder jaar komt er aan de onderkant een laag bij.
Zo worden ze steeds breder, hoger (einelijk dus lager) en zwaarder en ze zijn zo hard als hout.
Je vindt ze meestal op beuken (zoals hier) en berken. 



Dit is gewoon eekhoorntjesbrood.
Er is al aardig van gegeten.



Dit lijkt op een tonderzwam maar het is de kussenvormige houtzwam.
Deze groeit op een berk.
Het verschil met tonderzwammen is dat de kussenvormige houtzwam zachter en boller is.
Ook groeit hij op meer soorten bomen.



De rode zwavelkop zie je bijna altijd in grote groepen staan.

Dit is ruim vier vierkante meter bosgrond.
Hij staat overal.

Er vlogen ook nog juffers en libellen rond.
Dit is een smaragdjuffer.
Helaas kon ik hem niet scherp op de foto krijgen.

De bruinrode heidelibellen warmden zich op in de zon.
Dit is een mannetje. Die zijn rood.
We zagen ze op verschillende plekken zitten. 

Op deze stam zaten er drie: twee mannetjes (rood) en een vrouwtje (bruin, er tussenin).



Een vrouwtje.


Dit is een gele aardappelboleet met daaromheen helmmycena's. 


Het kleverig koraalzwammetje is ook van de partij.


De Roodbruine slanke amaniet.


Tegen een half vergane boomstam stonden deze prachtvlamhoeden.




De Zwartpurperen russula.


De amethistzwam of rodekoolzwam.
Je ziet hem nauwelijks staan tussen de gevallen bladeren.
Maar áls je er een ziet, zie je al snel dat er meer staan.

Deze is omgebogen, alsof hij een gesprek voert met de beukenoot links van hem.

Dit dennenvlamhoedje worstelt zich vanonder het mos omhoog.

Het kopjesbekermos is een korstmos.

Zo, dat is het voor vandaag. Het resultaat van een middagje scharrelen door het bos.

Populaire posts van deze blog

Vlinders in Frankrijk

Een fazant in de tuin!

De grootste vogel van Nederland