Een westerling in Drenthe
Dat heb ik natuurlijk weer:
We waren bijna thuis, zo rond half elf in de avond, toen er midden in Ruinen een schaap midden op de weg stond.
Natuurlijk stopte ik meteen. We stapten uit (dat kan zonder problemen rond die tijd) en liepen naar het dier toe.
Het bleek een ram te zijn, met een lang touw om zijn nek.
Hij stond daar met een houding van: "Help, wat doe ik hier en waar moet ik naartoe?"
Dierenvrienden als wij zijn, wilden wij deze meneer natuurlijk best helpen.
Maar wat te doen?
De lichten in bijna alle huizen waren uit, en wij kenden Ruinen nog niet goed genoeg om te weten wie er allemaal schapen heeft. We wisten ook geen schapenwei in de buurt en het leek ons niet waarschijnlijk dat het dier van een van de twee kuddes op het Dwingelderveld afkomstig was.
We vonden toch een huis waar de lichten nog brandden.
Terwijl ik me over de ram ontfermde, belde Henny aan. Een aardige vrouw deed open, maar zij kon ons niet verder helpen. Ze had wel een idee, maar in het huis van de mogelijke eigenaar brandde geen licht meer. Het ging om een buurvrouw die wel eens schapen in haar tuin laat lopen.
Wat te doen?
Henny, opgegroeid in een agrarische omgeving, zei dat ik het beest gewoon aan een boom moest binden. Ze zouden het de volgende morgen wel vinden. De Runers kennen iedereen, dus de eigenaar zou rap ingelicht worden.
Dat zag ik niet zitten: je laat een verdwaald schaap toch geen hele nacht aan een boom staan?
Maar wat dan?
Ik besloot de politie te bellen. Ik dacht dat als ik hen het oornummer doorgaf, zij de eigenaar wel zouden kunnen achterhalen.
Toen ik na een paar minuten de politie aan de lijn kreeg, leek ze dat ook een goed idee. Of ik mijn nummer achter wilde laten, dan konden zij me bellen als ze meer wisten.
Ze zouden ook een auto sturen. Waar ik ongeveer stond? : "Tegenover de Coop", zei ik. Dat gaf ze genoeg informatie.
De ram leek het allemaal geweldig te vinden. Hij bleef gezellig bij me.
Dankzij de lampjes in onze mobieltjes vond ik op een gegeven ogenblik de pen, en toen was het avontuur snel voorbij.
Ik bedankte de boer en liep naar huis, onderwijl de politie bellend (dat mag gelukkig nog wel: lopend bellen) dat het schaap weer thuis was en dat de agenten naar een belangrijkere melding gestuurd konden worden.
Thuis gekomen schonk Henny nog wat lekkers in en hebben we hartelijk om het voorval gelachen.
De volgende keer dat we zo'n ontmoeting hebben, zoek ik meteen een boom...
We waren bijna thuis, zo rond half elf in de avond, toen er midden in Ruinen een schaap midden op de weg stond.
Natuurlijk stopte ik meteen. We stapten uit (dat kan zonder problemen rond die tijd) en liepen naar het dier toe.
Het bleek een ram te zijn, met een lang touw om zijn nek.
Hij stond daar met een houding van: "Help, wat doe ik hier en waar moet ik naartoe?"
Dierenvrienden als wij zijn, wilden wij deze meneer natuurlijk best helpen.
Maar wat te doen?
De lichten in bijna alle huizen waren uit, en wij kenden Ruinen nog niet goed genoeg om te weten wie er allemaal schapen heeft. We wisten ook geen schapenwei in de buurt en het leek ons niet waarschijnlijk dat het dier van een van de twee kuddes op het Dwingelderveld afkomstig was.
We vonden toch een huis waar de lichten nog brandden.
Terwijl ik me over de ram ontfermde, belde Henny aan. Een aardige vrouw deed open, maar zij kon ons niet verder helpen. Ze had wel een idee, maar in het huis van de mogelijke eigenaar brandde geen licht meer. Het ging om een buurvrouw die wel eens schapen in haar tuin laat lopen.
Wat te doen?
Henny, opgegroeid in een agrarische omgeving, zei dat ik het beest gewoon aan een boom moest binden. Ze zouden het de volgende morgen wel vinden. De Runers kennen iedereen, dus de eigenaar zou rap ingelicht worden.
Dat zag ik niet zitten: je laat een verdwaald schaap toch geen hele nacht aan een boom staan?
Maar wat dan?
Ik besloot de politie te bellen. Ik dacht dat als ik hen het oornummer doorgaf, zij de eigenaar wel zouden kunnen achterhalen.
Toen ik na een paar minuten de politie aan de lijn kreeg, leek ze dat ook een goed idee. Of ik mijn nummer achter wilde laten, dan konden zij me bellen als ze meer wisten.
Ze zouden ook een auto sturen. Waar ik ongeveer stond? : "Tegenover de Coop", zei ik. Dat gaf ze genoeg informatie.
De ram leek het allemaal geweldig te vinden. Hij bleef gezellig bij me.
Afijn, ik besloot op de politie te wachten.
Henny daarentegen zag dat helemaal niet zitten. Het was inmiddels elf uur geworden en ze vond het allemaal maar onzin. Ze wilde naar huis. (Ik ook, maar ik kon dat dier toch niet zo alleen laten?)
Er kwam een mevrouw langs fietsen. Henny schoot haar meteen aan. Haar buurman bleek boer te zijn. Die zou vast wel weten wie de eigenaar was.
Ze zou het hem vragen (als er nog licht brandde).
Ik bleef een beetje met het dier rondlopen. Hij vond het prachtig: zo nu en dan knabbelde hij wat aan een heg, aan het lange gras rond de boomstammen of aan mijn broek en wisselde dat af met kopjes geven. Lief toch!!!
Na een minuut of tien kwam de boer in zijn auto aansjezen. Hij bekeek het dier en wist toen waar het thuis hoorde. Hij zou er wel even naartoe gaan. Wilde ik nog even wachten?
Natuurlijk wilde ik dat!
Henny wilde dat niet en ging met de auto naar huis. Ze zou wel opblijven tot ik kwam....
Daar stond ik dus, midden in de nacht met een ram aan een touw, wachtend op de politie en/of de boer...
Gelukkig was het lekker weer.
Na een minuut of tien kwam de boer aanfietsen. Het was me niet helemaal duidelijk of hij de eigenaar nou wel of niet had gesproken, maar hij troonde mij (en de ram) mee naar de achtertuin van - inderdaad - de buurvrouw van die eerste mevrouw.
Het bleek dat het ram zijn touw van de pen (stikke) had getrokken. Wij gingen dus in de stikdonkere tuin op zoek naar de stikke.
We zagen op een gegeven moment een waterbak staan. Als je dan weet hoe lang het touw is, weet je in ieder geval waar die pen níet staat...Dankzij de lampjes in onze mobieltjes vond ik op een gegeven ogenblik de pen, en toen was het avontuur snel voorbij.
Ik bedankte de boer en liep naar huis, onderwijl de politie bellend (dat mag gelukkig nog wel: lopend bellen) dat het schaap weer thuis was en dat de agenten naar een belangrijkere melding gestuurd konden worden.
Thuis gekomen schonk Henny nog wat lekkers in en hebben we hartelijk om het voorval gelachen.
De volgende keer dat we zo'n ontmoeting hebben, zoek ik meteen een boom...