De bossen van Gees
Vandaag hebben we weer eens ten oosten van Hoogeveen gewandeld: in de bossen van Gees. Het is een gevarieerd landschap: plassen en vennen, heide, bos en productiepercelen met onder andere lariks, zilverspar en den.
Een prima gebied om veel verschillende planten en dieren te zien.
Nu is het in de winter allemaal wat magertjes, maar als je de rust en de tijd neemt om alle geluiden, bewegingen en kleurschakeringen tot je door te laten dringen, is er best wel wat te beleven....
Een prima gebied om veel verschillende planten en dieren te zien.
Nu is het in de winter allemaal wat magertjes, maar als je de rust en de tijd neemt om alle geluiden, bewegingen en kleurschakeringen tot je door te laten dringen, is er best wel wat te beleven....
In één plaatje: op de voorgrond twee knobbelzwanen,
rechts in het midden een meerkoet en achterin een zilverreiger.
In de voorjaarszon komt deze roodgerande houtzwam mooi uit.
Hij parasiteert voornamelijk op naaldbomen, maar komt ook voor op loofbomen.
Als de boom dood is, vindt hij nog genoeg voedsel in het hout om jarenlang verder te leven.
Wat was er eerder: de specht of de zwam?
Aangezien de zwam naar beneden toe groeit, neem ik aan dat de specht er eerder was...
...en dat hij, om zijn nest te kunnen blijven gebruiken,
de zwam weg hakt als hij in de weg gaat zitten.
Het beddengoed hangt over de rand van het nest te luchten...
Als je goed luisterde, hoorde je op een gegeven moment heel zacht gekwetter.
Bovenin de lariksen langs het pad bleek een groep vogels te zitten.
Sijsjes en grote barmsijsjes deden zich te goed aan larikszaden.
Er was weinig wind, we hadden de Zon in de rug en de vogels namen alle tijd.
De beestjes waren met het blote oog nauwelijks te zien, zo hoog zaten ze.
Door de foto's flink uit te vergroten, kun je ze toch aardig goed zien zitten.
Helemaal links zit een barmsijs, helemaal rechts een gewone sijs.
We hadden nog nooit barmsijsjes gezien, dus we namen alle tijd om ze te bekijken.
Belangrijkste kenmerken: de rode pet en de witte vleugelstrepen.
Zijn neefje de kleine barmsijs lijkt erg op hem, maar die is nogal zeldzaam.
We gaan er dus maar vanuit dat dit de grote zijn.
Helemaal onderin het bos vonden we weer bekertjesmos.
Anders dan de naam doet vermoeden, is het geen mos, maar een korstmos.
Dat is een samenlevingsverband tussen een wier en een schimmel.
Prachtige structuren, die zich nauwelijks (vind ik) op de foto vast laten leggen.
Even verderop lag een dode tak met daarop de zwarte trilzwam.
Deze leeft van dood hout.
Een wonderlijk wezentje.
Hier kun je goed zien hoe hoog het water vorige week nog stond.
Het ijs hangt zo'n veertig centimeter boven het water.
Een olievlek op ijs. Hoe de olie daar gekomen is, willen we niet weten,
maar het is wel een mooi gezicht...
Correctie van Freddy: "Die mooie kleuren op het water is geen olie, maar wordt veroorzaakt door een bacterie. Het geeft aan dat er ijzeroer in de grond zit. Deze wordt opgelost in water en hier profiteert deze bacterie van, met een reactie die lijkt dat er olie op het water drijft. Gelukkig geen vervuiling dus."
Dank je wel Freddy!
Nog even een indruk van dit gebied.
De moeite waard om te bezoeken!