Portret van een adder
Vanmiddag was ik in het Dwingelderveld aan het rondfietsen.
Je komt dan al gauw langs de radiotelescoop.
In het voorjaar zie je daar soms groepjes mensen staan turen.
Wat is daar aan de hand? Voor de telescoop ligt een walletje van ongeveer een meter hoog. De helling ligt op het zuiden. En dat is precies wat adders en levendbarende hagedissen zo waarderen, want door daar te gaan liggen, warmen ze lekker snel op.
Toen ik daar vanmiddag aankwam, zag ik het al: er was weer wat te zien.
Bij nader onderzoek bleek het mee (of tegen?) te vallen: op dat moment liet slechts één adder zich bewonderen. Maar dat deed ze (het was een vrouwtje) dan ook met de overgave van een diva...
Je komt dan al gauw langs de radiotelescoop.
In het voorjaar zie je daar soms groepjes mensen staan turen.
Wat is daar aan de hand? Voor de telescoop ligt een walletje van ongeveer een meter hoog. De helling ligt op het zuiden. En dat is precies wat adders en levendbarende hagedissen zo waarderen, want door daar te gaan liggen, warmen ze lekker snel op.
Toen ik daar vanmiddag aankwam, zag ik het al: er was weer wat te zien.
Bij nader onderzoek bleek het mee (of tegen?) te vallen: op dat moment liet slechts één adder zich bewonderen. Maar dat deed ze (het was een vrouwtje) dan ook met de overgave van een diva...
Klik op de foto voor een vergroting.
Links de picknickplaats, rechts het walletje met wat groepjes gluurders.
Kijk haar daar eens mooi liggen!
Meestal liggen adders opgekruld en zie je ze bijna niet.
Deze dame echter lag languit van de zon te genieten.
Deze dame echter lag languit van de zon te genieten.
Het is dus een vrouwtje.
Dat kun je aan de kleur zien: ze heeft een bruine zigzagband.
Die van de mannetjes zijn zwart.
Die van de mannetjes zijn zwart.
Het lijkt alsof ze een dikke buik heeft van het eten.
De boswachter vertelde me dat dit inderdaad maar zo lijkt: ze maakt zich zo breed mogelijk.
Zo vangt ze de meeste zonnestralen (en dus warmte) op;
Zo vangt ze de meeste zonnestralen (en dus warmte) op;
Ze ligt gewillig te poseren.
De tekening op de kop is net zo uniek als onze vingerafdruk.
Er zijn mensen die een hele databank aan kopfoto's hebben en zo precies weten of ze een bepaalde adder al eerder op de foto gezet hebben.
Prachtig, die schubben.
Hier zie je mooi de ogen, de mond met het spleetje waardoor de tong naar buiten kan, en de neusgaten (tussen de ogen en de mond in).
Ik realiseer me nu pas waarom de achterkant van de kop zo breed is: daar zitten de kaakgewrichten.
Hoe verder die uit elkaar liggen, hoe breder de bek is en hoe groter dus de prooi kan zijn.
Deze adder kan met gemak een muis verschalken.